Numerologie en gnostiek; Kabbala en yoga; Natuurgeneeskunde en de piramiden; Biologisch dynamische landbouw en duurzaamheid. Zij hebben allen iets gemeenschappelijks. Zij zijn doordrenkt met esoterie.
Alles uitdrukken in letters en cijfers is heel Westers. Jezelf uitdrukken via bijvoorbeeld zingen en dansen wordt als zweverig gezien. Er is een grote drang om alles met het verstand te verklaren.
De katharen stellen vragen die zij met hun intuïtie trachten te beantwoorden. Dwarse vragen, zoals ‘Wat deed God voordat hij de wereld schiep?’ Kerkvader Augustinus antwoordde daar als volgt op: ‘Toen maakte hij stokjes, om mensen mee te bestraffen die dit soort vragen stellen’.
In de esoterie gaat het om persoonlijke ontwikkeling. Je gelooft niet klakkeloos alles wat je voorgeschoteld wordt. Je onderzoekt het zelf door middel van je zintuigen, door kunst, muziek en het leven. Door ervaringen leer je onafhankelijk denken. Lees je teksten van 2000 jaar oud en maak je de woorden weer levend.
Esoterie begon al bij Plato met zijn uitgangspunt: Als je maar een klein beetje van jouw idealen waarmaakt, wordt de wereld al stukken beter.
De eeuwen daarna lag de nadruk op incarnatie en het ontdekken van de verborgen werkelijkheid achter dingen.
400 jaar na Christus roept Hypatia (een jonge vrouw uit Alexandrië) op tot begrip tussen de verschillende godsdiensten en stelt dat uit de oude esoterische mysteriescholen het Christendom is gegroeid. Dit moest ze met de dood bekopen.
De laatste jaren zijn de verhalen over de Katharen zeer populair. Zij handelden vanuit de esoterische gedachte dat iedereen een goddelijke vonk in zich draagt.
Esoterische stromingen verdwijnen vaak ondergronds en laten als de tijd rijp is weer van zich horen. Zo verging het ook met de Griekse, Arabische en joodse tradities. Na 8oo jaar ‘radiostilte’ komen magie, astrologie en alchemie weer tot leven.
Vrijmetselaars bouwen met goede daden aan een betere wereld.
Rozenkruisers staan open voor mysterie en voor goddelijke kennis.
Van Newton zijn we vergeten dat zijn hoofdbezigheid de alchemie was. Zijn boeken over natuurwetenschappen liggen in een glazen vitrine in het British Museum. Op de vlooienmarkt vindt je zijn geschriften over alchemie.
De eerste helft van de twintigste eeuw was zo gewelddadig dat verbeelding en symbolisch denken weggedrukt werden. De mens maakte zich los van de natuur, die niet langer als magisch en betoverend werd beschouwd, maar eerder als een wereld van te observeren en te beheersen objecten. De mens was niet langer een ‘wereldbewoner’, maar veranderde geleidelijk in de ‘meester en eigenaar van de natuur’. De natuur werd steeds minder gezien als een levend organisme.
Esoterie gaat uit van het gegeven dat natuur alles en iedereen verbindt. Vanuit deze gedachte ont-wikkeld zich homeopathie, theosofie (Het is de geest die geneest) en antroposofie (niet God maar de mens staat centraal). Vanuit de antroposofie ontstaat biologisch dynamische landbouw.
Natuurlijke en spirituele leef- en denkwijze nemen een centrale plaats in onze tijd in. Inmiddels is naturisme, yoga, chakra’s en meditatie redelijk gewoon geworden en kijkt niemand meer op van spiritualiteit.
Rond 1200 zijn het de ridderverhalen die ons kennis laten maken met graalromans over een levenbrengende kelk c.q. steen. Hedendaagse bestsellers in de esoterische geest zijn: The Lord of the Rings, Harry Potter en The Da Vinci Code.
Gelukkig levert de esoterie vandaag de dag opnieuw een tegengeluid met de gedachte dat de mens net zoveel liefde en emotie nodig heeft als rede, en mythen net zoveel als wetenschappelijke kennis. We beschikken immers niet voor niets over verbeeldingskracht.